Woensdag 27 november
Om zes uur (ik geloof dat ik nu wèl slaap) komt de aardige verpleger voor de medische controles. De bloeddruk, de saturatie en de temperatuur worden gemeten: geen afwijkingen. Dat had ik ook niet verwacht.
Friesland is vandaag als eerste aan de beurt voor de OK en gaat dus als eerste onder de douche, ook lekker met de Hibiscrub, stel ik me zo voor.
Ontbijten mag niet, dus ik ga ook maar douchen, neuszalven en mijn haar föhnen, lekker zinvol als ze er straks in gaan wroeten. Aan de ochtenddienst vraag ik of ik alsjeblieft nog wat water mag drinken. Geen probleem, maar niet teveel. Ik kijk naar het nieuws, doe Wordfeud en nip onrustig van mijn water.
Jan komt nog even langs om me moed in te spreken. Het wachten op het vervoer naar de OK duurt lang en uiteindelijk zitten we stommetje te spelen. Ik word wat onrustig en stuur Jan maar weg. Ik besluit nog even mijn bril en sudoku te pakken. Je zult zien, zodra die bril uit de koker is word ik opgehaald… Zo ongeveer gaat het dus ook en om kwart over tien vertrek ik met bed en al richting de OK. Onderweg word ik een soort van wagenziek, niet heel erg, maar toch.
Alvorens ik daadwerkelijk de OK op kan, wacht ik nog een uur in het ‘voorportaal’. En “Nee mevrouw, die vaseline nemen we mee terug. Als ze namelijk pleisters willen plakken, moet er geen zalf of iets dergelijks in de weg zitten.” Nou, een pleister op mijn mond lijkt me sterk. Maar de belofte dat ik na de operatie mijn toilettas met daarin de vaseline weer terugzie stelt me totaal op mijn gemak. Een vriendelijke zuster geeft me een nat doekje, omdat ik kennelijk altijd van die droge lippen heb. Fijn hoor, maar een nat doekje is niet vet, toch??
Eindelijk word ik naar de OK gebracht. Op het moment dat ik op de operatietafel stap schieten de tranen in de ogen. “Wij gaan heel goed voor u zorgen, mevrouw”. Nou, daar ga ik vanuit. “Als u aan iets prettigs denkt terwijl wij u in slaap brengen, wordt u ook met prettige gedachten wakker”. De realiteit is iets anders, blijkt later.
De neurochirurg komt nog even een hand geven. “Ja, ik zie er nu anders uit dan gisteren nu ik zo’n kapje op mijn hoofd heb.” Nou, dat is dan wederzijds, ik heb ook een kapje, en wat voor één. Er wordt snel gewerkt in die OK. Infusen worden aangebracht, de bloeddrukband komt om mijn arm en “nu krijgt u wat zuurstof door het masker”. “Even een paar keer diep zuchten. Goed zo mevrouw.” Ik stik bijna omdat een zwangere zuster met het masker mijn neus dichtdrukt en met haar buik tegen mijn hoofd duwt. Dit gedoe duurt even, totdat de dokter verschijnt. Ik zie dat het half twaalf is. Dan komt de narcosevloeistof via het infuus in mijn lijf. Ik word een beetje dizzy, dat moet ook en ik voel mijn ogen knipperen. Het volgende moment slaap ik (dat is achteraf beredeneerd).
…
“Mevrouw Goudriaan, we zijn klaar”. Waar ben ik? Wat een klereherrie is het hier en wat veel mensen!!! Oh, dit is de uitslaapkamer. Niets uitslapen, wakker worden!!!
Jan mengt zich in het gezelschap en geeft me een orchidee. Wat lief!! “Oh, de bloeddruk van mevrouw is wel hoog, boven de 200 mmHg”. “Gaat dit over mijn bloeddruk??”
“Heeft u al geplast, mevrouw?” “Eh, nee”. “Ok, dan doen we er even een katheter in”. Dat valt erg mee en er wordt meer dan een liter urine afgetapt. Daar voelde ik nou echt niets van. Die liter zou de oorzaak zijn van de hoge bloeddruk. Lijkt me onwaarschijnlijk, maar goed, de beste stuurlui liggen hier in bed.
“Hoe voelt u zich?”. “Nou, niet echt fit, een beetje misselijk nog.” “Geen probleem, we spuiten nog een goedje in het infuus en dan bent u straks niet meer misselijk.” “Nou, zo erg is het nu ook weer niet, ik kan dit wel aan hoor!” Mijn misselijkheid zakt, er is dus toch gespoten. Ook de pijn, waar ik echt nauwelijks last van heb, wordt bestreden met een goedje (paracetamol) via de infuusnaald. Ik denk dat ze ervan overtuigd willen zijn dat die naald er niet voor niets zit: dus spuiten. En daarbij: het lijkt hier gratis te zijn…
Na een poosje word ik met bed en al naar de Medium Care gebracht. Ook al zo’n drukte. Artsen en verpleegkundigen stellen zich voor. Sorry, ik onthoud dit niet allemaal hoor, ben namelijk net wakker. “Sorry als het wat rommelig gaat, we zijn vorige week verhuisd naar de nieuwe Medium Care. Ook het computersysteem is nog helemaal nieuw voor ons”. Nou, dat klinkt hoopvol.
“We hebben een interessante casus, mensen. In het infuus aan de voeten van mevrouw is de bloeddruk meer dan 200 mmHg en aan de arm gemeten is de bloeddruk 110 mmHg, wat een verschil zeg!!!”
“Nou, haal dan het infuus er snel uit, dan zijn we van die hoge bloeddruk af.” zeg ik en zo werkt het ook. Weer een probleem opgelost. Jan voegt zich bij het leger aan deskundigen en de orchidee wordt aan het bed geplakt, die wil ik in mijn gezichtsveld houden, zo romantisch…..
Binnen no-time klets ik de infusen van mijn voeten af. Ik wil geen onnodige naalden in mijn lijf. “Oh, mevrouw kan niet zo goed tegen pleisters!” Nee, dat is niet het probleem, maar wat niet nodig is, zie ik graag opgeruimd. “Maar, als we dan nog bloed willen prikken, dan moeten we opnieuw in uw arm prikken, mevrouw.” “Tja, dat moet dan maar.”
Even later komen Jeroen en Lydia op bezoek, gezellig. Mijn hoofdwond wordt bestudeerd en er wordt serieus bij gekeken. Jan maakt een fotootje van de wond voor me (onder voorwaarde dat niemand die te zien krijgt!!), zodat ik ook weet wat er te zien valt. Nou, de wond is in ieder geval netjes gehecht en de rode jodium doet de boel erger lijken dan het in werkelijkheid is. Mijn voorhoofd is nog wat opgezwollen. Logisch lijkt me.
Later op de avond komen Alida, Berdien en Maarten even langs. Ze zijn onder de indruk van mijn hoofd, tenminste, daar lijkt het op. We kletsen gezellig en na afloop laat ik me vermoeid in de kussens zakken. Jan sleept nog wat met de saturatiemeter van de ene naar de andere kant van het bed voordat hij naar huis gaat. Wat een gedoe als je helemaal vast ligt en geen kant op kan.
De verpleegkundige die in de avond dienst heeft helpt me op de po en geeft water om mijn tanden te poetsen. Alles goed en wel, maar ik voel me ietwat machteloos en al een echte patiënt.
“Zuster, ik heb weinig gedronken en ik plas me gek.” “Nou, dat komt vanwege het infuus, we laten u goed vollopen/doorstromen.” Deze verpleegkundige meent dat mijn bloeddruk niet zo vaak hoeft te worden gemeten, eens in de vier uur lijkt haar ok. Dan kan ik lekker slapen. Tevens krijg ik een nieuwe saturatiemeter, de mijne is stuk (nee, dat komt niet door Jan) en de computer reageert met veel gepiep.
De nachtdienst is van mening dat ik echt iedere twee uur gewekt moet worden zodat ze met een lampje in mijn ogen kan schijnen om de pupilreflex in de gaten te houden. Dat is namelijk heel belangrijk na een operatie in de hersenen, maar wel storend voor de patiënt. Ik vind alles best, maar pleit wel voor wat minder licht, zowel op de zaal als op de gang. Men gaat op zoek naar de lichtknopjes op deze nieuwe Medium Care en uiteindelijk lijkt het op iets wat donker heet.
Tussen de schijnwerpermomenten slaap ik toch af en toe een poosje. Om een uur of vier heb ik het wel gehad met de saturatiemeter. De verpleegkundige en ik besluiten hem eraf te halen, maar dan moet dat ook worden doorgegeven aan de computer, anders mist dat apparaat een seintje en gaat ’ie piepen en er piept al zoveel op deze afdeling. Gek word ik ervan. Ik ga gelijk maar even op de po nu er hulp naast mijn bed staat.
Help, wie kijken er allemaal mee in mijn po en mijn kruis. De camera’s hangen boven de bedden, zodat de verpleging vanachter een balie de patiënten in de gaten kan houden. Nou, maar even niet over nadenken en gaan met die banaan. Ik doe een flinke plas en uiteraard wordt het genoteerd. Probeer hier maar eens zonder registratie een wind te laten…
Over winden gesproken: tussen de bedden staan kamerschermen voor de privacy van de patiënten. Maar op het moment dat mijn buurvrouw op de po zit te poepen, kan ik dat helaas allemaal ruiken. Jasses!!