Opknappen en kopzorgen

Donderdag 29 november

Ik slaap tot zeven uur. Dat is uniek, voor deze slechte slaapster. Ik laat een lekker fruitontbijtje op bed serveren door Jan (eindelijk weer vitamines) en lees de krant. Vervolgens slaap ik weer een poosje. Ik voel me brak. Hoe zou dat nu komen? Ondertussen krijg ik spontaan een ‘aanvalletje’ van niet uit mijn woorden kunnen komen. Na het douchen neem ik weer plaats onder mijn dekbedje op de bank.

De assistente van de huisartsenpraktijk in Vleuten belt eventjes. Ja, de patiënten denken steeds dat de vorige praktijkondersteuner weer terug is, wat niet zo is en ze vragen zich af wat er nu toch met Joke aan de hand is. Komende week moet er een brief komen, met wat meer duidelijkheid. Werkgever en assistente willen graag even langskomen en ik kan dan wellicht meepraten over de inhoud van de brief.

Vervolgens nog een gezellig telefoontje van een vriendin. Ik ga aan tafel voor de lunch en vervolgens verzorg ik de bloemenzee. Het wordt wel wat wiebelig in mijn benen.

Om vier uur krijg ik bezoek. Heel gezellig, maar help, weer een aanval. Ik geneer me rot, maar kan er uiteraard niets aan doen. Als het bezoek weg is volgt nog een derde aanval.

Straks komen Berdien en Sander met de kinderen. Ik ben bang dat HET dan ook weer gebeurt. Gelukkig gaat het goed. De kleinkinderen zijn zichzelf en dat is voor deze oma toch wel wat druk. Ik kan zo naar het bejaardenhuis.

Jan en ik realiseren ons dat de aanvallen getriggerd zijn door de operatie van de afgelopen week, maar het maakt ook duidelijk dat autorijden dus echt geen strak plan is. Tijdens de aanvallen ga ik bewegen, aan mijn dekbed plukken, ik wil gaan staan en doe wat ongecontroleerd met mijn armen. Dat is op zijn zachtst gezegd niet handig tijdens het autorijden. Mijn wereldje wordt wankel en onzeker.

  • wat is er aan de hand in mijn hoofd?
  • hoe moet het verder met mijn werk? Ik heb zo hard geknokt om aan de slag te kunnen als praktijkondersteuner, en nu dit.
  • hoe moet het met autorijden?

Na het eten aan tafel vlij ik me weer op de bank. Jan z’n tante belt even op. Voorheen had ik nooit contact met haar en nu zitten/liggen we zomaar een poosje aan de telefoon. Ik ben moe en om tien uur ga ik naar bed, om te slapen tot acht uur!! in de volgende ochtend. (Ik breek records!!)

Zaterdag 30 november

De volgende ochtend dus. Wederom krijg ik een lekker ontbijt op bed. Daarna lekker gedoucht (wat fijn als je je eigen tenen weer af kunt drogen) en vanwege een wiebelig hoofd heb ik Jan geroepen om voor me uit te lopen als ik de trap af kom.

Ik lig weer lekker op de bank en geniet van gezellige telefoontjes. Tijdens één telefoongesprek krijg ik HET weer, dit is aanval nummer zes in totaal. Vreselijk vind ik het. Jan is er niet bij, hij is boodschappen aan het doen. Als hij terugkomt en ik vertel wat er is gebeurd schrikt hij er ook wel van. Alweer? Jan belt op mijn verzoek nog even met de laatste beller, om te zeggen dat alles weer onder controle is.

Mijn vriendin stuurde foto’s van haar kortgeknipte haar. Het staat haar erg leuk en ik vroeg waarom ze dat heeft gedaan. Omdat ze solidair met mij wil zijn. “Ja, maar lieve vriendin, bij mij is er slechts een heel klein beetje haar weggehaald…..” “Ja lieve Joke, het is symbolisch.” Ik schiet helemaal vol.

Ik bel even met Jan z’n vader om te vertellen dat ik weer thuis ben, ook al dringt niet alles meer door in zijn demente brein, dat het niet goed gaat met mij heeft hij goed in de gaten en hij is blij om me even te horen. Nooit bedacht dat hij en ik nog eens vrienden zouden worden.

Een buurman komt onverwacht even buurten en verschillende buurvrouwen komen met plantjes en bloemen aan de deur. Wat lief allemaal. Na de lunch belt er een bezorgde broer van Jan.

’s Middags komen pa en ma op bezoek. Als ze aanbellen word ik wakker. De hele tijd zeg ik niet veel, waarmee ik de indruk wil wekken dat ik erg moe ben (zeer aannemelijk), maar waarmee ik bovenal de kans op een aanval wil verkleinen. Tot nog toe werd ik alleen aangevallen door mijn aanvallen op het moment dat ik wilde spreken.

Tijdens de maaltijd blijkt dat Jan er een beetje doorheen is. “Ga jij effe lekker op stap met je vriend/collega. En nee, ik vind het niet erg om alleen te blijven, kan ik fijn naar de koning op de tv kijken, wij (Nederland) bestaan namelijk tweehonderd jaar.”

Jan geniet van z’n uitje en komt erg laat thuis, met weliswaar iets teveel alcohol in zijn bloed.

Toch vreemd: af en toe een aanval en je mag een jaar niet rijden. Af en toe een biertje en geen mens die piept.

Zondag 1 december

Ik start met piepen over aanvallen, bier en autorijden. De dag had gezelliger kunnen beginnen, maar dat rijden zit me nogal dwars namelijk. Jan geeft me gelijk. Heeft dit gevolgen voor de toekomst? De tijd zal het leren.

We ontbijten gezellig (dat dan weer wel) en doen samen boven wat huishoudelijke klussen, zoals het bed verschonen. Ik moet veel uitleggen, maar dat geeft niet.

We lopen een rondje in de buurt, ik ben erg toe aan een frisse neus. Het gaat goed. Als we thuiskomen lopen we een buurvrouw tegen het lijf. Ze weet nauwelijks wat ze zeggen moet en geeft aan dat zowel haar vader als zijzelf erg geschrokken zijn van het nieuws over mijn hoofd. Ik vind het vreselijk dat ik mensen hiermee de stuipen op het lijf jaag en zorgen laat hebben. Maar helaas, ik heb hier ook niet om gevraagd en doe er niet stiekem over.

Alida komt even een kop thee drinken en er wordt nog een kaartje afgegeven en een praatje gemaakt. Als Jan de deur opendoet en op de vraag hoe het met Joke gaat, als antwoord geeft: “prima”, is het bezoek een beetje van slag. Leerpuntje voor Jan: het gaat prima, gezien de omstandigheden, maar eigenlijk……’s Middags wederom bezoek. We praten uiteraard over mijn situatie, maar gelukkig komen ook andere onderwerpen aan de orde.

Jan en ik ruimen samen de was op en ik leer Jan hoe hij een overhemd moet strijken. Ik doe er één voor en de rest is voor Jan. Hij mist nog wat routine, maar is niet te oud om dit te leren.

’s Avonds kruip ik weer onder mijn dekbedje op de bank. Ik ben moe, maar een telefoontje van een vriendin is uiteraard wel even gezellig. Later op bed voel ik me licht in mijn hoofd, waar komt dat vandaan??

Maandag 2 december

Ik slaap tot half acht, ja, ja…ik leer het wel. Als ik de ellende van de wereld via de tv de slaapkamer heb laten binnen denderen ga ik naar beneden en stort me op de krant, lekker met een fruitontbijtje.

Ik doe wat huishoudelijke klusjes, alles op mijn gemak en vervolgens schrijf ik dit epistel over wat er de afgelopen dagen zoal gebeurd is. Na de lunch maak ik een ommetje, iets groter dan gisteren. Op één of andere manier voelt mijn hoofd wat licht, niet echt duizelig, maar anders.

Straks even naar de fysiotherapeut, om mijn schouders te laten masseren. Vorige week ook laten doen, maar door het liggen de afgelopen dagen en wellicht ook door de spanning, zit de boel weer aardig vast.