Vrijdag 22 juni
Ik ben er, maar niet helemaal. Dat is niet raar, maar wel lastig.
Mijn werk is een goede afleiding van het verdriet om het overlijden van mijn moeder. Het gaat goed, tenminste… ik hoor geen klachten en heb het gevoel dat ik me goed kan focussen op waar ik mee bezig ben, en dat moet ook.
Naast het werk is het een heel ander verhaal. Er gaat geen minuut voorbij dat ik niet aan mijn moeder denk. Daarbij gaan mijn gedachten alle kanten op.
In de afgelopen maanden (vanaf het moment dat mijn moeder ziek werd) scoorde ik twee bekeuringen voor te snel rijden, één voor door rood licht rijden, werd één doorgang door rood licht verijdeld (doordat Jan me erop attent maakte) en parkeerde ik de auto van Jan zeer onelegant, waardoor er een forse deuk in het portier zit en deze niet meer open kon.
Dit past allemaal zó niet bij mij, maar het gebeurt wel. Het is te onrustig in mijn hoofd.
Ik hoorde van de week over rouwarbeid en denk dat ik het begrijp.
Komend weekeind ga ik wandelen, lijkt me wel veilig.
Mensen om me heen vragen me om goed op mezelf te passen en kalm aan te doen.
Wat is dat?? en hoe doe je dat??
Condoleances komen er in veel varianten binnen. De meeste in lieve, mooie, nette en weloverwogen bewoordingen. Een enkele keer wordt er hartgrondig ‘kut’ gezegd, bij wijze van meeleven. Ik hou van diversiteit.
Gisteren is er weer een scan van mijn hoofd gemaakt, in Duitsland. De uitslag was weer goed, dus eigenlijk geen nieuws. De nieuwe dimensie zat ’m erin dat ik samen met mijn vader heen en weer ben gereden. Pa ervaart het als een welkom verzetje en het was goed om samen te zijn: te kunnen praten, te kunnen huilen en te kunnen zwijgen (alhoewel dat laatste niet het sterkste punt van mijn vader is 🙂 )
Inmiddels mag ik van dr. H. nu wat langer wegblijven, wel vijf maanden. Precies wat ik de laatste tijd al deed en wat ik acceptabel vind. Dr. H. meldde nog, dat mocht de tumor weer gaan groeien, we weer gaan vechten op dezelfde manier als voorheen, dat wil zeggen met chemo en hyperthermie. Het is inmiddels lang genoeg geleden om dat weer te kunnen herstarten. Tevens meldde ze dat er ook nieuwe medicijnen op de markt zijn, die eventueel kunnen worden ingezet. Nú is dat niet nodig, want nu is het op tumorgebied rustig in mijn hoofd.
Voorheen belde ik altijd direct met mijn moeder als we in de auto stapten na een bezoek aan dr. H. Ondanks dat ik haar op voorhand altijd gerust stelde, was ze pas écht gerust als de dokter had gezegd dat het in orde was. Gisteren heb ik met Jan gebeld, die overigens totaal niet ongerust is…