Petje af

Maandag 3 augustus

Vorig weekeind waren we even op uitgegaan in eigen land, in een plaats waar niemand me kent. Na het douchen en föhnen van mijn (kleine beetje) haar besluit ik geen pet meer op te zetten. Het haar wat er nog zit kam ik netjes over de kale plekken (waar inmiddels steeds meer haar groeit) heen, ik spuit wat hairspray en voel me prima voor een wandeling door het stadje, waar we logeren.
Thuisgekomen besluit ik dat ik mijn hoofdhuid lang genoeg verstopt heb en dat ik verder zonder petje door het leven zal gaan. Nee, het is nog verre van ideaal en als mensen er last van hebben, dan is dat niet mijn probleem. Ik probeer vooral te kijken naar wat er wel is en niet naar wat nog mist (ook op gebied van mijn haar).
Een vriendin stuurde een appje, met de volgende tekst:
“Via je blog volg ik je wel en wee, en neem mijn petje af.” Dat doe ik dus ook!
Even heb ik nog wat staan fröbelen met haarbandjes of bandana’s zo u wilt, maar dat past eigenlijk gewoon niet bij mij. Uiteindelijk kon ik daar anderen blij mee maken, onze Bridget voorop.
Tijdens dat weekeindje uit maakten we een fietstochtje van wel 24 km. De eerste oefening voor de tocht naar Santiago zit er vast op en het ging goed.

De afgelopen week heb ik alweer een paar keer hardgelopen en ook dat voelt goed. Kortom: ik ben er weer.

Vanmorgen meldde de internist een Hb van 7.4!! Jottem, het is lang geleden dat het zo netjes was.

Op re-integratiegebied loopt niet alles op rolletjes. Enthousiast fietste ik naar mijn werk om de route voor de komende tijd uit te stippelen. Ik ben er klaar voor, maar op het werk, werd me pijnlijk duidelijk dat men mij op dit moment nog niet terug had verwacht. Dat betekent dat ik daar nog geen patiënten contact zal hebben (precies dat wat het werken als praktijkondersteuner maakt tot wat het is, een baan waarbij veel menselijk contact is), maar wat administratieve klusjes mag gaan doen. Enigszins (lees heel errrrruug) gefrustreerd fietste ik naar huis.

Jan verklapt me, dat hij meer rust ervaart nu we de modus van ‘ziek-zijn’ hebben verlaten. Hij hoeft niet ieder moment meer stand-by te zijn. De afspraken met zijn werk waren als volgt: ‘zodra ik iets moet met Joke (lees taxiën, afspraak met een arts, even naar de SEH), dan laat ik alles vallen.’
Het schept rust voor hem, want Joke gaat nu overal zelf naar toe en hoeft ook niet zo vaak meer ergens aan te treden.

Woensdag 5 augustus

Als ik beneden kom, staat Jan een Budwigpapje voor me klaar te maken.
“Superlief, Jan, maar stop maar even. Ik ben weg, even een rondje hardlopen.”
Na een heerlijk rondje door de polder (ik kom thuis met natte voeten), groet ik in de straat een oude dame die haar zonnescherm laat zakken. Het belooft een warme dag te worden.
“Zo, bent u wezen joggen?”
“Jazeker, lekker hoor.”
“Ik neem mijn pet voor u af (Daar gaat ’ie weer!) Zelf ben ik daar te lui voor.”
De afstand die ik loop wordt langer en mijn tijd (die in mijn geval niet zo belangrijk is, omdat ik gewoon blij ben dat ik loop) wordt sneller. Ja, u leest het goed: ik hou mijn tijd bij in een appje en loop dus toch met mijn smartphone te ‘zeulen’, iets wat ik eigenlijk niet wilde. Maar je mag van mening veranderen, nietwaar.

Vrijdag 14 augustus

Toen ik net wist dat ik geopereerd moest worden, keken Jan en ik elkaar aan. Oeps, op mijn werkplek die zo lekker dichtbij is, heb ik een jaarcontract. Het zal toch niet gebeuren dat door deze operatie mijn baan op de tocht komt te staan.
Op 1 december verliep mijn jaarcontract. De werkgever en ik kwamen overeen dat ik voor vier uur in dienst blijf en voor acht uur ‘ziek uit dienst’ ga. Dat betekent dat ik een ziektewetuitkering krijg voor die acht uur. We maakten intentie-afspraken over terug komen, als ik weer beter ben. Echter, er staat niets zwart op wit. Inmiddels is de praktijk overgenomen door een andere arts en heb ik dus een andere werkgever.
En daarbij: ik kom veel eerder terug dan verwacht. Ik was blij, maar niet iedereen is daar blij mee, zo blijkt in de praktijk.
Het betekent concreet dat er op dit moment een andere praktijkondersteuner op mijn stoel zit en het niet duidelijk is of er op termijn nog plaats voor mij is. De vier uur die ik nu werk, doe ik wat administratieve klussen. Ik doe het zoals ik alles doe, zo goed mogelijk, maar dit is niet mijn eigenlijke werk 😟
Laatst las ik de volgende zin in een boek: “Je gaat opstaan en de ene voet voor de andere zetten en verder met je leven. Dat moeten we allemaal.”
En zo is het maar net!

Op mijn werkplek die de nodige reistijd vergt, kan ik een dag extra komen werken. Dat verzacht de pijn een beetje. Dat betekent concreet dat ik drie werkdagen over hou, met de nodige reistijd. Dat laatste is een bijkomstigheid, die inherent is aan de leuke baan die ik verder weg heb.

Ik voel me door mijn omgeving vaak niet begrepen als het over het werken gaat.
“Meid, probeer het wat los te laten en zie wat er op je pad komt.”
Of: “Nu heb je dus drie werkdagen, dat lijkt me wel genoeg voor je.”
Of: “Doe niet zo moeilijk, het is maar werk! Gezondheid is veel belangrijker!”
Ja duh: (waar mogelijk) bepaal ik graag zelf hoeveel ik wil werken en er zit verschil tussen lichamelijke gezondheid en geestelijke gezondheid. Ik ken mezelf een beetje. Met een perfecte lichamelijke gezondheid (die ik dus niet zal krijgen), zonder het plezier van mijn werk, zou mijn geestelijke gezondheid zeer te lijden hebben.
Het heeft me de nodige tijd en energie gekost om te komen tot wat/waar ik nu sta, namelijk genietend van werken als praktijkondersteuner in de huisartsenpraktijk. En uiteraard is werk niet het belangrijkste in het leven, maar het kan de levensvreugde wel wat opkrikken.

Maandag 17 augustus

Vorige week ben ik voor het eerst weer naar mijn ‘verre’ werkplek geweest. Fijn om daar weer te zijn, kennisgemaakt met nieuwe collega’s en mijn intrek genomen in een nieuwe werkkamer.
De arts vond me te ambitieus wat betreft re-integreren.
“Doe het nu rustig aan Joke. je bent er echt lang uit geweest en het reizen kost ook de nodig energie.”
Dat laatste gold zeker voor die middag. Het was ruim dertig graden en ik ontdekte dat de airco in mijn autootje het niet meer deed. Dus ramen open, vin aan en veel herrie. Dat is inderdaad vermoeiend.

Met dit mooie weer is het geen straf om ‘ziek’ thuis te zitten.
Op de fiets bezoek ik diverse strandjes in de buurt, om geregeld even een duik te nemen in één van de plassen die onze woonomgeving rijk is.
Soms doe ik een triatlon. ’s Morgens een stukje hardlopen, vervolgens ’s middags op de fiets naar een strandje om daar even wat te zwemmen en weer terug te fietsen. Mijn Hb gaat vooralsnog akkoord. Soms wordt er gedacht dat teveel activiteit het Hb zou kunnen laten dalen. “Echt niet hoor, daar is meer voor nodig!”
Ik denk dat mijn internist wel blij zal zijn met me. Hij gaf me een afbouwschema voor de Prednison, maar ik help hem een handje, zodat ik nu nog maar heel weinig van het goedje binnenkrijg.

Naast genieten van het mooie weer geniet ik ook weer van logeerpartijtjes van de kleinkinderen. De afgelopen tijd heb ik ook veel in de hangmat gelegen. Uitrusten en herstellen heet dat.
Ik heb heel veel boeken gelezen, in het afgelopen jaar. Geregeld in de hangmat, maar lang niet altijd natuurlijk. Normaal gesproken kom ik daar alleen tijdens vakanties aan toe.
Dus binnenkort komt de vouwwagen weer eens van stal. De bestemming hangt af van wat mogelijk is op corona-gebied en van de weersomstandigheden op de plekken die we leuk vinden. (allemaal in Frankrijk) Hangmat en boeken gaan uiteraard mee, evenals de hardloop- & wandelschoenen en de fietsen.

Verder ben ik actief voor ons nieuwe kleinkind. Ik vind het altijd leuk als er een nieuw kleinkind geboren wordt, om een kraampakket cadeau te doen. Je kunt het zo gek maken als je zelf wilt en ik geniet ervan om op mijn gemak wat te naaien en te breien. (Alida, dit heb je niet gelezen?) Inmiddels heb ik nu last van een tennisarm door overbelasting. Tja, oma worden doe je niet zomaar 😀
Het zal wennen worden als ik straks, na onze vakantie, gere-integreerd aan het werk kan.

Maandag 24 augustus

Vanmorgen had ik telefonisch contact met de internist, over een bloeduitslag van afgelopen vrijdag. Hij klinkt- en is teleurgesteld en zo voel ik me ook na afloop van het gesprek. Het Hb is weer eens gedaald. Waarom nou? Het was zo mooi bij de vorige controle.
Ik stel zelf voor om dan maar door te gaan met de Prednison (ja, dat leest u goed), alhoewel het me niet precies duidelijk is wat het doet. De internist gaat akkoord, “Met uw welnemen”. Toe maar. Eigenlijk heeft hij ook niets anders of beters in de aanbieding. Dat zijn niet mijn woorden, maar die van dr. S.
Dus vanmiddag stond ik weer in de rij bij de apotheek en dat terwijl ik had gedacht dat we er wel eens klaar mee zouden zijn. Niet dus. Er was niet veel op voorraad, maar ik kom in ieder geval onze vakantie weer door.