25e MRI-scan

17 mei (Hoera, koningin Maxima is 50 jaar)

Een half jaar is snel voorbij en vanmiddag mocht ik weer door de MRI scan.
Meestal mopper ik een beetje, zo van: “Moet dat nou?” “Ik heb er eigenlijk geen zin in!” en “In de scan voel ik me altijd weer patiënt worden en dat wil ik niet.”
Fijn als iemand je dan even met beide benen op de grond zet: “Doe je over de halfjaarlijkse controles bij de tandarts ook zo moeilijk? Dat is net zo goed preventief en je gaat gewoon.” Dankjewel E.B. voor deze relativering. Het maakt het makkelijker om er zó in te staan.

Op mijn werk (ik werk gelukkig weer gewoon op locatie op mijn vaste dagen) vragen patiënten geregeld nog hoe het gaat. Een aantal mensen, die me al een tijd niet hebben gezien (vanwege ziekteverlof en het thuiswerken met de coronaregels) herkennen me niet goed meer. Ja, mijn kapsel is echt anders dan het voorheen was.
Ook in het dorp spreek ik mensen die me een tijd niet hebben gezien en zich afvragen: is ze het nu wel of niet? Ja dus, ik ben het helemaal.
Soms vergeet ik dat het best wel bijzonder is hoe het nu met me gaat. Mijn omgeving herinnert me daar vaak aan: “Wat bijzonder dat het nu zó goed met je gaat”.
Goed om af en toe te horen, voordat ik het zelf maar vanzelfsprekend ga vinden, want dat is het natuurlijk niet.
Uiteraard ben ik erg blij met de situatie zoals die nu is, het had écht anders kunnen zijn.

Vorige week hoorde ik via mijn pa over een bekende uit het dorp waar we vroeger woonden, die een hersentumor blijkt te hebben. De dame waar het over gaat is vijf en zeventig jaar en opgegeven (zoals dat in vakjargon heet).
Als ik hoor dat iemand kanker heeft doet me dat altijd wat, maar als ik hoor over een tumor in het hoofd, komt dat net iets harder binnen. Ik heb de dame in kwestie opgebeld. Vroeger, toen ik als adolescent door het leven ging, paste ik op haar kinderen en van die tijd kende ik haar nog wel. Ook zag ik haar later wel op verjaardagen bij mijn ouders thuis.
We spraken over de tumor, hoog-laagbedden en doodgaan. Ze weet nu al dat ze het eind van het jaar waarschijnlijk niet zal halen. Toen mijn tumor zich pas openbaarde dacht ik ook veel na over dood gaan. Deze dame is niet bang om dood te gaan, want dan gaat ze naar “Onze lieve Heer”. Ze heeft geen zin meer om zich over te geven aan behandelingen, zoals bestralen en chemo. Het zou haar nog vier maanden extra te leven geven, en als je van tevoren weet dat dat beroerde maanden zullen worden, dan is de keus snel gemaakt. Ik was het met haar eens.

De uitslag van deze 25e MRI-scan laat nog even op zich wachten. Door verzetten van het scannen (door het ziekenhuis) paste de afspraak met de neuroloog, om de uitslag te bespreken, er niet meer bij. Ik heb geen haast, we zien het wel.

Het beste deel van deze middag zat ’m hierin dat we weer op een terrasje konden eten. Jan had iets gereserveerd. Op weg vanuit het ziekenhuis in Amsterdam hebben we een aantal adresjes waar we geregeld kwamen om uitslagen te bespreken, of om onszelf moed in te drinken. Nu om gewoon even lekker bediend te worden, nu dat weer kan wat de coronaregels betrof.
We moesten goed op de tijd letten, want om zes uur moest het terras leeg zijn. Of ik in veertig minuten een half haantje weg kon krijgen, vroeg de serveerster. Geen probleem. Om vijf voor zes had ik mijn bordje keurig leeg.

Donderdag 27 mei

Vorige week moest ik voor de halfjaarlijkse controle naar de tandarts. Ik ging erheen, zonder  morren. Jan had me met de auto weggebracht en ik maakte (zoals ik dat vaker doe) van de gelegenheid gebruik om naar huis te lopen, liefst in pittig tempo.

Onderweg ging de telefoon. Het was dr. S, de neuroloog, of ze gelegen belde. Nou eigenlijk niet, maar de belafspraak (om de uitslag van de scan te bespreken) was gemaakt, onder een beetje protest van mijn kant.
Eigenlijk heb ik geen tijd, want dan ben ik aan het lopen. Uiteraard kan een assistente met dit soort ‘geneuzel’ geen rekening houden met het maken van een telefonische afspraak. Dat begrijp ik natuurlijk ook wel.
Dus het telefoontje kwam niet onverwacht, wel een beetje ongelegen.
De uitslag had ik al in “Mijn dossier” gezien en uitgeprint meegenomen.
Dus hijgend op een stoeprandje bespreken we de uitslag van de scan van een paar dagen eerder. Dr. S. is tevreden en ik mag weer een half jaar wegblijven.
Dat is toch waar ik het voor doe.

De komende tijd zullen we ons bezig houden met het voorbereiden van onze fietstocht, in de komende zomervakantie. Het plan is om op de fiets alle provinciehoofdsteden aan te doen. Dus als u in één van deze steden woont, dan heeft u grote kans dat u ons over een paar maanden tegenkomt 😀

Op dit moment regent het nog, maar het weerbericht geeft verbetering aan.
Een mooi voorjaar (voor wat er nog van over is) en goede zomer gewenst!!