Kokoswater

Dinsdag 15 april

In januari deed onze Heilpraktiker in Gronau een uitgebreid bloedonderzoek bij mij. Op papier hadden we de uitslagen en aanbevelingen al in huis gekregen, maar het was veel informatie. Reden dus om dit met de Heilpraktiker te gaan bespreken. Tot nog toe was dat er niet van gekomen, door de behandelingen in Hüls en doordat ik de afspraak een paar keer had moeten afzeggen omdat ik ziek was.

Vandaag hebben we een  nieuwe afspraak in Gronau. De uitslagen worden uitgebreid besproken en het blijkt dat mijn bloedbeeld verre van optimaal is. Er wordt gekeken naar het ‘normale bloedbeeld’, maar er is ook een mineralenonderzoek en een immunologisch onderzoek verricht.

Ik had al begrepen dat onze Heilpraktiker een heel aantal voedingssupplementen wilde voorschrijven, maar ik ben niet zo van het pillen slikken, dus ik neem me voor alleen dat te gaan gebruiken wat echt nodig is. Mijn kalium blijkt te laag en daar is wel een pil voor. Ik vraag welke voedingsmiddelen ik kan gebruiken, om die pil te kunnen omzeilen. Ik krijg het advies om regelmatig bananen en avocado’s te eten en kokoswater te gaan drinken. Allemaal bronnen van kalium. (Met 1 liter kokoswater per dag heb je je dagelijkse portie kalium binnen). Zó, pil nummer één heb ik kunnen omzeilen.

Gaandeweg het gesprek blijkt dat ik niet om een aantal pillen heen kan. De Heilpraktiker kan goed uitleggen waarom iets nodig is. Sommige waarden zijn zo laag, dat ik niet kan volstaan met het aanpassen van mijn voedingspatroon, maar echt een supplement nodig heb. Het aantal potjes met pillen naast mijn tas groeit gestaag tijdens het gesprek en uiteindelijk neem ik er meer mee naar huis dan ik van plan was.

We hebben het ook over het Budwigpapje. De Heilpraktiker heeft last gehad van voortschrijdend inzicht. Dat betekent dat het beter is om het hele Budwigdieet te volgen, dan alleen het papje bij het ontbijt. Tja, ik weet niet of ik dat ga redden. Hier moet ik nog eens ernstig over nadenken. In de Budwig-receptenbundel staat: “Ín het begin is deze manier van eten een hele omstelling. Als je je echter steeds fitter gaat voelen, heb je er deze ‘startproblemen’ graag voor over.”

Nog een geweldige tip van de Heilpraktiker: dagelijks een avondwandeling maken van drie kwartier. Door deze wandeling verbrandt het lichaam de stresshormonen en dan kunnen de Natural Killer Cellen actief worden. Het klinkt heel logisch, maar ondanks dat ik graag wandel, vrees ik op voorhand dat ik niet de discipline kan opbrengen om iedere avond drie kwartier te gaan wandelen voordat ik mijn bed in kruip.

Het duizelt me een beetje en als we aan het eind van de middag thuiskomen, ga ik eerst een wandeling maken in het bos. Even mijn hoofd luchten. Het gevolg is dat we laat eten en laat dat nou ook weer niet in het Budwigdieet passen. Dat zegt dat je voor zes uur in de avond je laatste, liefst lichte maaltijd, genuttigd moet hebben.

Los van het feit dat wij het moeilijk hebben met mijn hersentumor, merk ik dat ook mijn omgeving het lastig vindt. Als ik bijvoorbeeld spreek over het feit dat mijn levensverwachting totaal veranderd is, zonder dat ik concreet kan aangeven hoe, dan hoor ik nogal eens: “Ja Joke, maar ik kan ook morgen een ongeluk krijgen en dood gaan” of “Niemand weet wanneer hij/zij dood gaat.” Dat klopt, maar in mijn situatie is duidelijk gezegd dat ik wellicht eerder zal overlijden dan we volgens de statistieken mogen verwachten. Laatst zei iemand tegen mij: “Jij weet nu toevallig dat je een tumor in je hoofd hebt, maar wie weet zit er bij mij ook wel iets, zonder dat ik het weet.” Vervolgens weet ik werkelijk niet wat ik met zo’n opmerking aan moet.

Donderdag 17 april

Na een gezellige lunch thuis, met één van mijn werkgevers, stap ik op de fiets(!!!!!) richting Hilversum. Ik heb een afspraak met de internist (dr. S.) in Tergooiziekenhuizen locatie Hilversum. Dr. S. is degene die zo aardig was om mij drie weken geleden een paar zakken bloed te geven. In de wachtkamer komt iemand langs om te vragen wat ik wil drinken. Dit is nog nooit vertoond. Betekent dit soms dat de wachttijd erg lang is? Daar heb ik geen zin in. Ik zeg dat ik wel graag thee zou krijgen. Mevrouw gaat dat voor me halen, maar voordat ze terug is word ik al binnengeroepen door dr. S. Het aanbieden van drinken heeft dus niets met de wachttijd te maken.

Dr. S. vraagt me hoe het gaat.
“Nou, het gaat goed met me. Ik voel me goed en ben na de laatste chemokuur snel opgeknapt.”
“Hoeveel Prednison gebruikt u op dit moment?”
“Niets meer, ik heb het afgebouwd en ben er een paar dagen geleden mee gestopt.”

Laat dat nou niet de bedoeling geweest zijn. Ik zou het nog een aantal weken moeten gebruiken. Ik had toch echt begrepen dat het na drie weken klaar was. Hier word ik een beetje zenuwachtig van, want dr. S. denkt na en hij zal straks toch niet weer Prednison op een recept schrijven?  Net nu mijn gezicht minder dik wordt en ik weer beter slaap…. We bekijken de laatste bloeduitslag, van twee dagen geleden. Dat ziet er mooi uit, mijn Hb. is boven de 7. Dat is in geen jaren vertoont en ik ben er blij mee. Ik voel het overigens ook.

“Tja, met deze uitslagen is het een beetje onzin om weer te starten met de Prednison”, zegt de arts en ik ben het helemaal met hem eens.
“Maar… dan wil ik wel volgende week nogmaals uw bloed controleren.”
Dat is geen probleem, heb ik weer een mooi fietstochtje te pakken.

We hebben het er nog even over hoe het Hb. zo laag kon worden. Het komt door de hemolyse (= het kapot gaan van de rode bloedcellen). Werd die hemolyse nou veroorzaakt door de chemo of door een infectie? Ik denk door het laatste, want ik had inderdaad kou gevat, toen het mis ging. Ondanks dat ik het op de terugweg warm heb op de fiets, houd ik mijn vest maar aan. Niet nog een keer deze ongein.

Zondag 19 april

Yes, yes, yes! Ik heb gisteren weer hardgelopen. Dat was bijna acht weken geleden. Ik liep een klein rondje, het zogenaamde ziekenrondje. Heerlijk. De conditie was niet optimaal en dat was ook niet te verwachten. Ik was snel buiten adem, maar helemaal blij. Van hardlopen krijg ik altijd energie, dus toen ik thuis kwam heb ik meteen even de voortuin onder handen genomen. Het tempo zat er vandaag lekker in, want na het tuinieren fietsten we naar Hilversum om de verjaardagen van kleindochter en schoondochter te vieren.
’s Avonds was ik moe, gek hè?!

Ondertussen ben ik begonnen met voorzichtig wat voedingssupplementen te gebruiken. De eerste die op het programma stond was magnesiumchloride. Vanwege de tumor is de calcium te hoog. Calcium is een tegenspeler van magnesium en de magnesium is dus te laag. ‘Magnesium is een anti-stress mineraal, met een helend effect op tal van ziekten. Dit mineraal is essentieel voor veel enzymreacties, vooral wat betreft de productie van cellulaire energie.’ Er worden zoveel goede eigenschappen aan magnesium toegeschreven, dat ik besloot met deze te beginnen.

Een paar dagen later startte ik met koper. Het lichaam schijnt koper te gebruiken om de tumor te bestrijden. Dat spreekt mij aan, dus vandaar de keus om deze pil toe te voegen aan de magnesium.

Verder kocht ik vanwege een te laag kalium twee pakken kokoswater (niet te verwarren met kokosmelk), zodat ik hier geen pil voor hoef te slikken. Dapper nam ik gisteren mijn eerste glas kokoswater, maar eerlijk gezegd: ik vond het niet te doen. Ik ben niet lastig als het om eten en drinken gaat, maar dit… Vandaag ondernam ik nog een poging, maar het lukte niet. (Geef mij maar zuurkoolsap!!) De inhoud van het open pak heb ik weggespoeld en voor de liefhebbers is er nu 1 pak kokoswater gratis af te halen. (U verdient dan toch maar liefst €3,49). Jan stelt voor toch maar een kaliumpil te nemen. Ik ga eerst even aan de slag met bananen, avocado’s en tomaten.

Vandaag is het Pasen, waarvoor ik niet zo in de stemming kon komen. Dit jaar heb ik geen matzes, geen paasbrood en geen paaseitjes gezien. Ik heb ze niet gemist. Vanmorgen in de kerk werd er gezongen: “U zij de glorie.”  Op één of andere manier kon ik dit lied niet meezingen…