Donderdag 16 december
Laatst vroeg mijn pa me of ik nog wist in welk jaar de vliegtuigramp in Tenerife was.
Ik wist het nog: 1977.
Waarom ik dat jaartal had onthouden weet ik niet, ik weet nog wel dat er in dat vliegtuig een gezin uit het dorp waar wij woonden was omgekomen. Dat had indruk gemaakt.
Trots meldde ik dat mijn geheugen de bestraling dus goed had doorstaan. Mijn grootste angst was namelijk dat ik op geheugengebied problemen zou krijgen.
Gisteren was ik op mijn werk en bij het uitstappen uit de auto stopte er iemand die ik heel lang niet meer had gezien. Ze wilde weten hoe het met mij was en vroeg zich af of ik nog wel wist wie zij was.
Jazeker, “Jij bent Gea, de fysiotherapeut”. Ik meldde voor volledigheid dat er niets mis is met mijn geheugen en hoe blij ik daar mee ben. In datzelfde gesprekje noem ik haar nogmaals Gea, waarna zij zegt: “Ik ben Katja, maar werkte wel altijd samen met Gea, dus niet vreemd dat je ons door elkaar haalde.”
Oeps, daar stond ik met dat geweldige geheugen van me 😟, maar ik was wel blij met het begrip.
Ook zonder bestraling zou dit waarschijnlijk gebeurd zijn.
Afgelopen week had ik een leuk gesprek met een oude dame, die verrast was dat ze mij na anderhalf jaar weer zag. In haar dossier had ik gezien dat haar geheugen achteruit gaat.
“Dag mevrouw van B. Ik kom even kijken hoe het met u gaat. Kent u me nog? Ik ben Joke en ik ben er wéér.”
“Ja, fijn je weer te zien en ik ben er nóg.”
Gisteren moest ik tijdelijk afscheid nemen van de praktijk, want in verband met de lockdown mag/moet ook ik van huis uit gaan werken. Collega’s deden dat in het voorjaar ook, maar dat ging toen een beetje aan mij voorbij. Op dat moment lag ik in de hangmat en hoorde uit diverse ruimten in de buurt drukke telefoongesprekken gevoerd worden, door iedereen die op dat moment thuis moest werken.
Met tranen in de ogen verliet ik de praktijk. Ik was net zo blij dat ik weer helemaal op de huppel ben en ook veel van de patiënten die binnen de chronische zorg vallen weer een beetje in beeld heb. Ik geniet ook zo van het werken.
Heel veel Nederlanders hebben nu te maken met thuiswerken. Voor mij is het niet erger dan voor een ander om van huis uit te werken. Ik vertel u hier alleen wat het met me doet.
Inmiddels is het alweer maandag 1 maart 2021
Ik meld u nog wat oud nieuws:
Vlak voor de kerst wilde ik even mijn haar laten knippen (veel mensen zullen dat herkennen).
Onze dochter die me altijd knipt was net hersteld van de bevalling en ik wilde haar niet lastig vallen, maar vroeg wel of ze nog tips heeft voor de kapper waar ik een afspraak heb gemaakt. Mijn kapsel is tegenwoordig asymmetrisch, dat heeft te maken met de bestraling, en op dit moment ben ik er erg blij mee.
“Nee hoor mam, maak je geen zorgen, iedere kapper kan dit netjes knippen.”
Helaas, niet de kapper waar ik deze keer naar uitweek. Hij meende wel dat hij van alles wist van chemo etc. maar dat was niet zo.
Ik legde uit dat er hele stukken van mijn hoofdhuid kaal waren geworden door de bestraling.
“Heeft u ook chemo gehad?”
“Jazeker, maar die veroorzaakte niet de haaruitval.”
“Oh, dan heeft de chemo niet goed gewerkt.”
Wat een onzin. Schoenmaker blijf bij je leest, oftewel kapper blijf bij je schaar!
De chemo zou niet goed hebben gewerkt, de kapper deed dat zeker niet. Mijn haar was te kort geknipt en het was nog steeds asymmetrisch, maar het effect was vooral kort en nog korter. De volgende keer laat ik dochterlief er maar weer op los.
Op de plekken waar nieuw haar komt, krult de boel behoorlijk. Lang geleden wilde ik niets liever en koos heel af en toe voor een permanentje. Ik heb soms het gevoel dat ik dat nu weer heb, maar wel een erg dure (de bestraling waar ik mijn krullen aan dank kostte namelijk zo’n 10.000 euro).
Eind december kwam een dame van de kerk een kerstattentie brengen. Dat krijgen alle oudere mensen en zieken altijd vlak voor de kerst.
Vorig jaar was ik er erg blij mee, toen was ik namelijk net geopereerd en stond ik nog voor het hele traject van bestralen en chemo. Deze keer was ik er ook blij mee (ik kreeg een prachtig blad met mooie kerstverhalen), maar ik vroeg ik me wel af wat er aan de hand was.
Ik wilde niet ondankbaar zijn, maar ik word er door zo’n attentie wel erg aan herinnerd dat ik die mevrouw met die hersentumor ben. En dat terwijl ik me zo gezond voel. Mijn naam mag van het lijstje. Er zijn vast mensen die het harder nodig hebben dan ik.
Nog steeds werk ik van huis uit, alhoewel ik sinds kort weer één ochtend per week naar de praktijk mag komen. Ook daar zie ik dan geen patiënten, want voor de veiligheid worden alle consulten telefonisch gedaan, maar is zie wel mijn collega’s.
Het voorjaar komt eraan. Heerlijk! Ik kan niet wachten tot de hangmat weer opgehangen kan worden. Dat kan ik natuurlijk sowieso doen, maar dan slaat het nergens op.
Ik ben een écht zomer mens, maar zodra het vriest, krijg ik ook last van schaatskoorts. (zo zit ik nu eenmaal in elkaar) Een paar weken geleden heb ik me dan ook uitstekend vermaakt op het ijs, alleen jammer dat het dan altijd zo koud is.
Het hardlopen blijft een vaste plaats houden in mijn programma. Doordeweeks loop ik een stuk in mijn eentje en in het weekeind lopen Jan en ik altijd 10 kilometer samen. Vaak gebruiken we de zondagmorgen daarvoor. Hoe moet dat nu als de kerken straks weer open mogen?