Twix? Mars?

Zaterdag 5 september

Gisteren heb ik een royale halve dag doorgebracht in het ziekenhuis in Hilversum, in verband met het goedje wat ik per infuus krijg toegediend om mijn immuunsysteem te gaan opkrikken. Iets na de afgesproken tijd meldde ik me op de afdeling waar ik werd verwacht.

“Sorry, ik ben een beetje te laat, maar ik had echt geen zin om hierheen te komen…”
“Geen probleem hoor”, zegt een aardige zuster. “Eigenlijk begrijp ik dat ook wel.”
“U mag kiezen wat u wilt: zitten in een relaxstoel of lekker op/in bed gaan liggen.”
Dat wordt uiteraard de stoel, want voor het bed voel ik me nog te goed, zo aan het begin van deze sessie.

Ik had dus echt geen zin in ‘ziekenhuis’. Ik was op tijd opgestaan, had lekker gedoucht en een Budwigpapje gegeten. Daarna begon het grote dralen. Nog even iets naar boven brengen, de vaat even in de vaatwasser doen (wat eigenlijk helemaal niet tot mijn takenpakket behoort), nog een keer naar het toilet enz. enz. Toen ik dan eindelijk zover was en in mijn auto stapte, schrok ik van de tijd. Dat ging ik dus niet meer redden: in de regen, in de spits dwars door Hilversum heen. Wie het verkeer in Hilversum een beetje kent, begrijpt dat mijn gedraal niet zo slim was.

Maar goed, zodra ik dan (iets te laat) in het ziekenhuis kom, wordt er meteen gehandeld. Hier geen gedraal meer.
De voorbereidingen voor het aanprikken van de infuusnaald worden getroffen, dat wil zeggen dat de hand van mijn keuze onder een warm kruikje mag, zodat het prikken wat makkelijker zal gaan. Pure verwennerij vind ik dit, want in Duitsland heb ik dat nog nooit meegemaakt. Halverwege de opwarming twijfel ik aan de keuze van de hand, dus ik stop ook de nadere hand onder de kruik, zodat alle mogelijkheden nog open blijven. Het wordt uiteindelijk links en geloof me: het prikken went nooit.

Ik zit vandaag op de afdeling waar patiënten komen voor hun chemo-behandeling. Als je om de hoek woont gaat dat natuurlijk gewoon tijdens een zogenaamde dagopname, dat zou ik door de opnames in Duitsland helemaal vergeten. Ik zit dus op de ‘kanker-afdeling’, terwijl ik daar vandaag helemaal niet voor kom. Het kan raar lopen in het leven. Maanden geleden, tijdens een informerend gesprek over deze eventuele behandeling voor mij, was ik hier al op voorbereid en op gebied van chemo en kanker ben ik tegenwoordig niet zo schrikachtig meer.

Als het infuus in mijn hand zit, krijg ik een middel om allergische reacties te voorkomen.
“U kunt wat slaperig worden van dit middel, u kunt nog kiezen voor het bed.”
“Nee, bedankt, ik zit wel lekker zo.”

Halverwege de ochtend vind ik mezelf al knikkebollend in mijn relaxstoel.
Een praatje met mijn overbuurvrouw leert me dat zij, net als ik, krullen heeft gekregen van de chemokuren. Ze is er blij mee en vindt het jammer dat ze ook weer schijnen te verdwijnen. Ik weet niet hoe ik die rottige chemo-krulletjes weg geföhnd moet krijgen en ben blij met haar opmerking over het vertrek van die dingen. Grappig dat iedereen hier anders op reageert.

Al vrij snel krijg ik het immuun versterkend middel toegediend. Omdat ik het voor de eerste keer krijgt, wordt het in slow-motion tempo gedaan. Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn, dus bloeddruk, temperatuur en huidskleur worden nauwlettend in de gaten gehouden.

Halverwege de ochtend komt er een dame langs met koffie, thee en frisdrank. Dat is goed geregeld hier, maar wat schetst mijn verbazing als me wordt gevraagd of ik ook trek heb in een appelkoek of liever een twix of een mars wil.
“Nee, dank u, ik heb lekkere druiven van thuis meegenomen.”
Vreemde gang van zaken, als je bedenkt dat tumoren van suiker houden, dat juist op deze ‘kanker-afdeling’ zoete rommel wordt aangeboden. Daarbij realiseer ik me dat het aanbod van zoete ‘lekkernij’ op middelbare scholen moet worden teruggedrongen, om plaats te maken voor een gezondere leefstijl van de jeugd. Dit gaat mijn pet te boven en ik zal bij mijn volgende bezoek toch eens informeren naar de totstandkoming van dit beleid.
Denk bij het lezen van bovenstaande nu niet dat ik nooit iets zoets eet (alhoewel ik er wel erg op let, sinds ik een tumor in mijn hoofd heb), maar ik ben verbaasd over het aanbod op deze afdeling van het ziekenhuis.

Bij iedere controle van bloeddruk en temperatuur slaag ik met vlag en wimpel, met als gevolg dat het tempo van het infuus na iedere controle wordt opgevoerd. De lunch wordt op een echte ‘ziekenhuistijd’ geserveerd. Al om tien voor twaalf zit ik aan de soep en de boterhammetjes met kaas. Hé, waar blijven de kroketten? In navolging van de koeken en de marsen had ik dat eigenlijk wel verwacht. Jammer dan…

Doordat het infuus inmiddels behoorlijk op stoom is, loopt de vloeistof lekker snel in en plotseling is het goedje zomaar op. Er wordt nog even doorgespoeld en om twee uur kan ik weer naar huis. De rest van de dag voel ik me moe en grieperig. Dit gaat geheel volgens het boekje. Ik kruip lekker onder een dekentje op de bank, met een kop thee binnen handbereik.

De volgende dag, vandaag dus, gaan we op vakantie. Ik voel me goed genoeg, alleen nog wat moe en met wat last van spierpijn.

Zondag 13 september

Gelukkig heb ik tijdens de vakantie geen last gehad van het hele infuusgebeuren. Wat eraan herinnerde was het belletje van Dr. S, die informeerde hoe het was gegaan, tijdens de dagopname en daarna. Omdat het zo goed ging, mag ik eind van deze week nog een keer komen voor de tweede gift. En dan maar hopen dat die akelige hemolyse stopt.

We kijken terug op een lekker kampeerweekje aan de Loire, met mooi weer om te wandelen, te fietsen, mooie stadjes en kastelen te bekijken en om in de hangmat te liggen met een goed boek.