Voedingssupplementen

Zondag 1 juni

Vandaag was de Driedorpenloop, echt mijn ding. Een rondje hardlopen door Kortenhoef, ’s Graveland en Ankeveen. Bijna ieder jaar loop ik mee in deze gezellige loop, waarbij de grootste helft van het dorp de kleinere helft staat aan te moedigen. Jan en Jeroen liepen mee en met tranen in mijn ogen moedig ik hen aan, eerst midden in het dorp en bij de volgende ronde vanaf de stoep voor ons huis.

Een bekende stapt van haar fiets af en vraagt: “Moet jij niet lopen? Ik zie je altijd meedoen.”
“Klopt, maar zo vlak na een portie chemo loopt het niet zo lekker.”
“Jij? Chemo?”
Ik leg uit wat er aan de hand is. Dit heet confrontatie…

Dinsdag 3 juni

Ik ben deze keer vlot opgeknapt van de chemokuur en probeer goed in beweging te blijven door te wandelen. Het tempo van afgelopen zaterdag is allang weer achterhaald.

De Prednison houdt weer huis. Dat is belangrijk, want het houdt mijn Hb op de rails en dat is heel wat waard. Maar verder… Gisteren voelde ik mezelf in marstempo door het bos gaan. Tja, dat is geen onthaasten. In huis pak ik klusjes op die er al heel lang liggen, want ik heb energie. Aan het eind van de dag voel ik me uitgeput. Dan maar een pilletje erbij om een beetje rustig te blijven en jawel, vanmorgen ging de boswandeling in een rustiger tempo. Ik nam de tijd om allerlei belangrijke zaken van het leven in gedachten door te nemen. Het weer was heerlijk en als je dan ook nog een leuke ontmoeting hebt is dat een goed begin van de dag.

Een vreemde mijnheer spreekt mij aan:
“Bent u hier bekend?”
Ik denk dat hij de weg wil vragen.
“Jawel, ik kom hier geregeld.”
“Oh, in dat geval… anders had ik u graag wat dingen over het bos verteld. Ja sommige mensen lopen overal aan voorbij.”
“Nou, ik niet hoor. Zelfs als ik hier aan het hardlopen ben, stop ik als ik een ree zie…”
“Ja, ik ben de oud-directeur van Natuurmonumenten. Als u al wat langer lid bent van Natuurmonumenten dan kent u mij wel uit het magazine, ik schreef altijd een column.”

Ik zwijg even. Nee, ik ken deze aardige man niet en heb zijn columns ook nooit gelezen. Ik ben echter wel lid van Natuurmonumenten. We praten even over een bepaald huis, op landgoed Hilverbeek en over de slangenmuur (staat altijd oost-west, toch wat geleerd). Opgewekt loop ik verder en bedenk dat meneer dan wel aardig is en columns heeft geschreven, maar geen rijke fantasie heeft. Zijn witte Golden Retriever luistert namelijk naar de naam ‘Witje’. Je moet er maar opkomen…

Vrijdag 6 juni

Gisteren was een verwendagje. Een aantal lieve vriendinnen kwam op bezoek. We wandelen geregeld met zijn vieren en altijd als we een datum af willen spreken, heeft dat aardig wat voeten in de aarde. Nu had één van de dames afgesproken naar mij toe te komen en gezegd: “Ik zal vragen of de anderen ook kunnen.” Geloof het of niet, we waren compleet. Ik leek wel jarig. Met zorg uitgezochte cadeaus waren meegenomen en na de koffie en thee werd er ook weer gewandeld. Ondertussen werden de hoogten en diepten van het leven doorgenomen. Heerlijk, om deze mensen om me heen te hebben.

Aan het eind van de dag kwam een andere vriendin. Zij bleef gezellig eten en na het eten gaf ze me fles massageolie en een rug-massage. Haar idee was: “Ik kan je wel een boek geven, maar je hebt toch geen rust om te lezen, dus ga maar even lekker liggen en ontspan.” Vanmorgen wederom een schat op bezoek. Ik voel me bevoorrecht.

Eind van de middag kwamen mijn ouders op bezoek. Ik had een Griekse maaltijd gemaakt, om nog even met hen in vakantiestemming te zijn. Het zogenaamde dode vogeltje in mijn mond is gelukkig al weer verleden tijd.

Meestal betekent het niet veel goeds als je doorlopend bezoek hebt. Voor dit moment geniet ik van de warmte en gezelligheid van al deze mensen om me heen. Het lijf doet het goed, het hoofd maakt zich hier en daar wat zorgen. Gesprekken met vriendinnen zijn op dit moment beter voor mij dan een bezoek aan een psycholoog.

Van één vriendin kreeg ik een kaart retour, die ik haar had gestuurd toen ze op vakantie ging. Ze heeft de kaart in Egypte laten instralen met dolfijnenenergie, speciaal voor mij. Wat een mooi gebaar.

Woensdag 11 juni

Inmiddels kan ik in de hangmat. Jan heeft er afgelopen zaterdag voor gezorgd dat ’ie stevig hangt. Zodra ik er in ga liggen, ontspan ik. Voor de vorm leg ik dan een boek naast me neer, maar meestal kom ik daar uiteindelijk niet aan toe. Ik val geregeld in slaap in die mat en realiseer me dat dit beter is dan de kalmerende tabletjes van de artsen.

Sinds dit weekeind heb ik me gestort op de voedingssupplementen. De Heilpraktiker had in april een hele verzameling supplementen voorgeschreven, naar aanleiding van een bloedonderzoek dat hij bij mij heeft laten doen. Van veel stofjes bleek ik tekorten te hebben. Omdat het om zoveel pillen en capsules ging was ik heel voorzichtig begonnen, met af en toe één pil of capsule. Maar dat werkt uiteraard niet (heb ik bedacht) en nu slik ik dus de volle mep.

Ik heb er een hele administratie bij gekregen. Op welk moment gebruik ik welke tablet/capsule en hoeveel gebruik ik er dan van? Zo is er één middel, waarvan ik er zes tegelijk moet innemen. Van een ander middel drie keer per dag vijf capsules. (Het gaat hier om een wierook capsule, die tumor dodend werkt. Belangrijk dus!)

Andere middelen zorgen ervoor dat mijn afweer beter gaat werken, dat beschadigde cellen worden gerepareerd en dat kankerstamcellen worden aangepakt. Ik slik ook een middel (Mariadistel) dat de lever ontgift, dat de cellen beschermt en herstelt, dat ervoor zorgt dat ik geen metastasen krijg en dat ook depressies tegengaat.

Het is maar goed dat ik niet moeilijk ben met slikken. Eén middel moet ik twee uur voor het ontbijt gebruiken. Komt goed uit, want ik ben erg vroeg wakker en sta dan niet meteen in de keuken om mijn ontbijt klaar te maken. De volgende moet een half uur voor het ontbijt. Verder wordt de rest verdeeld rondom de verschillende maatlijden (ervoor en erna). Ik ga niet tellen hoeveel capsules, pillen en druppels er nu per dag worden toegevoegd. Het is erg veel en ik wil het gewoon niet weten. Ik heb bij de Heilpraktiker ook middelen geweigerd, omdat eventuele tekorten makkelijk kunnen worden aangevuld door middel van het gebruik van bepaalde voedingsmiddelen.

Gisteren heb ik een klein rondje hardgelopen. Dit wil ik gaan uitbreiden en opbouwen, zodat ik over tweeënhalve week met een topconditie aan de volgende chemokuur kan beginnen.

Vrijdag 13 juni

Een collega POH (praktijkondersteuner) doet dit weekeind mee aan een sponsorloop voor het KWF: ‘Samenloop voor hoop’. Zij heeft een kaarsenzak voor mij gekocht, voor de kaarsenceremonie, die aan die loop verbonden is. ‘Met deze ceremonie herdenken we degene die de strijd verloren hebben of steun je iemand die nog midden in het proces zit.’

Een vriendin stuurde zojuist een mailtje waarin ze meldt dat ze voor me bidt. “In dit speciale geval” zegt ze, want normaal gesproken is dat niet haar ding. Dit zijn mooie dingen, die me bemoedigen wanneer het lastig is om te moeten dealen met een lijf dat gezond voelt, maar eigenlijk erg ziek is.

In de supermarkt ontmoette ik gisteren een patiënt uit de praktijk waar ik een paar jaar geleden werkte. Toen mijn hersentumor ter sprake kwam, vroeg ze of ze even mocht vloeken. Nog voor ik kon antwoorden, klonk een forse vloek door de supermarkt.

Iedereen gaat op zijn/haar manier om met datgene wat mij overkomt. Er wordt gebeden en gevloekt en op de één of andere manier kan dat goed naast elkaar bestaan.