Het gaat goed

Zaterdag 26 september

Jan komt thuis uit het ziekenhuis en voelt zich prima. Dat is een rare ervaring, want in het lijf is namelijk toch wel één en ander gebeurd en dan druk ik me zachtjes uit.

Als we ’s middags een eindje gaan wandelen verwacht ik dat we dat in een rustig tempo moeten doen, en dat het vooral een klein rondje moet zijn. Dat is namelijk mijn eigen ervaring. We lopen echter in een normaal tempo een rondje van zo’n twee kilometer. Heerlijk om te zien dat hij zich zo goed voelt, nu maar hopen dat het zo blijft gaan.

Wat echt niet grappig is voor Jan, is dat hij een maand niet mag autorijden. Ja, die ervaring heb ik ook, langer zelfs, maar een man die nog geen week geleden een splinternieuwe leaseauto onder z’n kont kreeg geschoven en nu niet mag autorijden is wel een beetje een triest geval. Nog voordat de afspraak met de cardioloog in zijn agenda stond, stond daar de datum in waarop hij weer mag rijden.  Ik begrijp hem.

Woensdag 30 september

Vanmiddag belde dr. S. Hij klonk niet vrolijk en dat begreep ik. Mijn Hb. was gedaald en de afbraak van rode bloedcellen was weer actief. Dat betekent dat de infusen tot op heden niet het gewenste resultaat hebben gehad. Daar baal ik van, want het was niet grappig om lang aan het infuus te zitten en vervolgens een dag ziek te zijn. Dr. S. onderneemt nog even geen actie.
Ik krijg nog 2-3 weken de tijd om mijn bloedwaarden te verbeteren, dan wordt er opnieuw bloed geprikt en als het dan nog niet goed is… Geen idee wat hij dan nog uit zijn hoge hoed tovert.  Eigenlijk wil ik niets.

Na het gebeuren met het hart van Jan krijgen we weer veel lieve kaartjes. Eén kaart sprong eruit qua impact. Een collega-partner van Jan in Hüls stuurde haar beste wensen. (De partners van de patiënten in het ziekenhuis logeerden in hetzelfde hotel en tijdens het ontbijt werd het wel en voornamelijk wee uitgewisseld.) Haar man, die tegelijk met mij werd behandeld, bleek in januari overleden te zijn.

Dit was niet de eerste van wie we hoorden dat het fout was gegaan en we zijn er stil van. Hij zag er eigenlijk toch altijd wel goed uit? Of had ik op dat moment mijn roze bril op? En… ik schijn er ook goed uit te zien, volgens mijn omgeving (en dat zonder roze pilletjes). Dat zegt dus weinig.
Wat is het voorland van al diegenen die op mijn afdeling lagen? Met andere woorden: wat is mijn voorland?

Volgens Jan heb ik een houdbaarheidsdatum van drie maanden, die we graag iedere drie maanden weer laten verlengen. Tot op heden werkt dat prima. Halverwege deze maand wordt er weer gescand, we zullen zien.

Vrijdag 2 oktober

Inmiddels is Jan een kleine week thuis uit het ziekenhuis en ik kan u vertellen dat het echt goed met hem gaat. Hij voelt zich top en heeft totaal geen klachten die erop wijzen dat er iets ernstigs gebeurd is. We genieten van het mooie weer. Dagelijks gaan we een stuk lopen en voor 7 à 8 km. in een normaal tempo draait Jan zijn hand (voet) niet meer om.
Als zijn conditie nú al zo goed is, dan heb ik straks na het revalidatieproces een ‘Superman’ in huis, waar onze kleinzoon jaloers op kan zijn.